De vier belangrijke rollen die een psychodramaturg moet beheersen, die Felix Kellerman onderscheidt in zijn boek ‘Focus on psychodrama’:

* de individuele therapeut/coach;

Als therapeut moet de spelleider via helende interventies de protagonist verder helpen in zijn/haar therapeutische proces. Er zijn non-verbale en verbale interventies. Non-verbale zoals fysieke afstand, vocalisatie, oogcontact, lichaamshouding, bewuste stilte momenten, lichaamscontact. Deze non-verbale interventies zijn bijzonder krachtig en moeten derhalve sensitief en met grote voorzichtigheid worden toegepast. Verbale interventies zoals, confrontatie, enkel in een beveiligd kader. Clarificatie, uitleg over een actueel gecommuniceerde situatie. Interpretatie, via dubbelen, rolwisselen. Dus niet verbale duidingen zoals in de psychoanalyse. In psychodrama vindt de protagonist zelf de interpretatie. Catharsis, niet alleen als emotionele ontlading maar ook als integratie van de uitgedrukte gevoelens. Aanvaarding, onvoorwaardelijke aanvaarding en respect t.o.v. de protagonist. Suggestion, is de mogelijkheid tot creëren van een soort sfeer-medium, maar in psychodrama blijft de protagonist duidelijk meer contact met de realiteit en controle mogelijkheid behouden. Advies wordt niet gegeven, het accent ligt vooral op appreciatie van gewenst gedrag en niet zozeer op afkeuring van sommige gedragspatronen.
Self-disclosure verwijst naar de eventuele sharing/nabespreking/processing van de spelleider.

* de groepstherapeut/trainer;

Doel: opbouw van een constructief ondersteunend groepsklimaat. Algemeen principe: groepsproblemen worden beter in de groep opgelost dan in een individuele setting De spelleider heeft een aantal taken zoals:

  • organiseren van de concrete groepscultuur (tijd, samenstelling, lokaal….)
  • definiëren van groepsnormen (geheimhouding, fysiek contact…)
  • opbouw groepscohesie (regeling van groepsspanningen…)
  • aanmoedigen tot actieve participatie van alle deelnemers
  • coöperatie sfeer opbouwen i.p.v. competitie

* de vormgever;

De vormgever bij psychodrama moet een esthetische ervaring zijn voor alle deelnemers, dat vergt een grote dosis aan creativiteit (spontaniteit), snelle inspiratie van de spelleider. De spelleider moet tegelijkertijd creatieve elementen van de schrijver, beeldhouwer, dirigent en regisseur kunnen toepassen. Van de ene kant een totale betrokkenheid kunnen ervaren om van de andere kant voldoende distantie in acht te kunnen nemen om niet te vervloeien met de protagonist. In het spel is het van belang dat er speelse humor én tragiek in zitten, waarbij de grenzen van de realiteit kunnen vervagen.

* de aktie-analist.

De analisten rol helpt de spelleider om steeds overzicht te hebben op het geheel.
De analist werkt als een innerlijke rol die vanuit overzicht aanwijzingen geeft aan de andere drie rollen. Maar ook andersom, de signalen die de andere rollen opvangen vanuit hun specifieke taak, worden weer doorgegeven aan de analist. De analist verwerkt de gegevens vanuit dit circulaire proces en neemt beslissingen. De analist bewaakt dé grenzen van het spel, let op de verbale en non-verbale signalen van zowel de protagonist als de groep, hij luistert naar de verborgen melodie van het onbewuste van de protagonist. De analist maakt gebruik van zijn professionele kennis, maar is tegelijkertijd on-wetend en volgt als een vreemde de innerlijke wereld van de protagonist.